Door een chemokuur worden haren vrijwel nooit blijvend aangetast. Een haar wisselt eenmaal in de vijf jaar. Normaliter wisselt jaarlijks dus 20% van de haren, waardoor veranderingen met name door ouder worden en door erfelijk bepaald haarverlies zeer langzaam verloopt. In geval van een chemokuur wisselt 100% van de haren, waarna alle haren die in de loop van vijf jaar zouden zijn verdwenen of verkleind, nu in de loop van een half jaar deze processen ondergaan.
Onder normale omstandigheden verandert een haardos zeer geleidelijk. Het dun worden van het haar is daar een voorbeeld van. Een haar wordt niet tijdens de groeifase dunner. In geval van erfelijke kaalheid (alopecia androgenetica) wordt een haar die aan het einde van een groeifase wisselt opgevolgd door een haar die iets dunner is dan de voorganger, en de opvolger hiervan is ook weer dunner en korter.
Door het anageen effluvium, en dus door de chemotherapie, wordt de groeifase van alle haren abrupt afgebroken waarna de opvolgers, bij erfelijke aanleg daartoe, allemaal tegelijk dunner kunnen worden. Met andere woorden, als u niet met chemotherapie behandeld was zou uw haar ook dun (en/of grijs) geworden zijn, maar pas over een periode van vijf à zeven jaar. Het is goed mogelijk dat er bij u sprake is van een alopecia androgenetica.