Wat in de volksmond gewone of klassieke kaalheid wordt genoemd heet in de geneeskunde ‘alopecia androgenetica‘. Dit een zeer veel voorkomende oorzaak van haarverlies, duidelijk herkenbaar voor mannen aan dunner wordend haar, inhammen en een kalende kruin. Bij vrouwen wordt het middengedeelte van het hoofd, vanaf de kruin naar voren toe diffuus dunner behaard of kaal. Ongeveer 80% van alle mannen krijgt ooit te maken met een vorm van kaalheid, variërend van een lichte vorm tot volledige kaalheid. Na hun 40ste levensjaar ervaart 40% van alle vrouwen dat hun haar dunner wordt.
Alopecia androgenetica: erfelijke oorzaak van haaruitval
Ieder mens beschikt op kinderleeftijd over circa 150 000 haarzakjes, ook wel follikels genoemd. Daaruit groeien haren die gemiddeld vier jaar in de hoofdhuid blijven voordat ze uitvallen. Omdat elke follikel ongeveer 25 keer een haar kan produceren zou een mens 100 jaar moeten kunnen worden met een volle bos haar. Veel mensen verliezen hun haar al vroeger door een erfelijk bepaalde gevoeligheid van de haarzakjes in de hoofdhuid voor het hormoon dihydrotestosteron (DHT). DHT bindt zich aan het haarzakje, dat daardoor kleiner wordt, haren gaat produceren die steeds dunner en korter blijven, en daarna afsterft. Als dit proces zich bij veel haarzakjes voordoet wordt de haardos steeds dunner; steeds meer haarfollikels raken uitgeproduceerd en verdwijnen. Hoe gevoeliger de haarzakjes zijn voor DHT hoe eerder en sneller kaalheid ontstaat. De mate van gevoeligheid voor DHT is erfelijk bepaald.
Bepaalde geneesmiddelen, zoals finasteride en dutasteride kunnen dit proces vertragen. Deze geneesmiddelen voorkomen de omzetting van testosteron naar DHT, waardoor haaruitval normaliseert en dunne haren weer dikker, langer en donkerder worden.
Aan de hand van een uitgebreid consult krijgt u bij de Intermedica kliniek advies op maat van de gespecialiseerde dermatoloog.